In deze periode heeft zijn werk een ontwikkeling doorgemaakt van tweedimensionaal werk naar het driedimensionale domein van assemblages, sculptuur en installatie waarbij fotografie een essentiële rol speelt. Hij gebruikt daarbij een materiaal dat nauwelijks door beeldend kunstenaars wordt gebruikt: papier-maché.
Al sinds het begin van het kunstenaarschap van Bogaers spelen associatie en suggestie een belangrijke rol in zijn beeldtaal. Met zijn combinaties van foto’s, waarin hij vaak gebruik maakt van fotografische ‘objets trouvés’ zoals amateurkiekjes, plaatjes uit boeken en andere bestaande beelden, nodigt hij de kijker uit om onverwachte verbanden te ontdekken. De mogelijkheid om met fotografie exact te tonen hoe de zichtbare wereld eruit ziet is een kwaliteit die Bogaers nooit tevreden heeft gesteld. Bogaers is juist altijd op zoek geweest naar manieren om de innerlijke wereld te vangen in beeld. Door het combineren van verschillende media streeft Bogaers ernaar de grenzen van het medium fotografie zo ver mogelijk op te rekken.